Het zijn zangvogeltjes uit de familie van de vinken. Sijsjes vind je in de polder of in het bos, in de winter kom je ze vaak tegen op de elzenproppen, samen met de putters en de barmsijzen. Vroeger broeden ze niet in Nederland, maar sinds vorige eeuw broeden ze in wat kleinere aantallen, ook in Nederland.

Je kunt er een paar tegenkomen, maar soms zitten ze wel met honderd tegelijk van het elzenzaad te snoepen! Het mannetje sijs is opvallend geelgroen gekleurd met zwarte kruin, kin en vleugelstrepen. Het vrouwtje is wat fletser gekleurd en heeft geen zwart op de kop.

Het is maar een klein vogeltje, ongeveer 12 cm, soms zie je ze ondersteboven hangen, naar voedsel zoekend, ze slapen zelfs op deze manier

Als voedsel eten ze voornamelijk de zaden van berken, elzen maar ook naaldbomen en insecten

Vrouwtje Sijs broedt alleen de eieren uit, 4 a 5 eieren, het nest vaak hoog in naaldbomen,  en het mannetje voert haar dan! Samen verzorgen ze de jongen tot ze uitvliegen na een dag of 15.
Ze broeden in geheel Europa en een deel van West-Azië, China en ook Japan. De vogels die noordelijk broeden trekken vaak in de winter naar het zuiden.