De Bosuil is de meest voorkomende uil in Europa, is een nachtdier met zwarte ogen, overdag zitten ze vaak dicht tegen de stam in de holte in een boom in de bossen, parken en soms zelfs in tuinen in woonwijken. Ze jagen in de schemer of in het donker.
Ze nestelen vaak al in februari of maart, 1-6 eieren, en broeden een maand op de eieren voor de jongen geboren worden.
Ze hebben een beetje een bol gedrongen lijf en met brede grote vleugels en een dikke ronde kop.
De bosuil is 37 tot 43 cm lang en heeft een spanwijdte van 80 tot 95 cm, het vrouwtje is meestal zwaarder dan het mannetje.
Ze eten voornamelijk muizen, kleine zoogdieren, soms vogels, ook regenwormen, grote insecten, amfibieën, reptielen en zelfs vissen worden gegeten. Die delen die niet zijn verteerd worden in de vorm van braakballen weer uitgebraakt.

Bosuilen blijven hun hele leven bij elkaar, behalve als een van de twee overlijd, dan gaan ze op zoek naar een nieuwe partner, ook blijven ze hun hele leven in hetzelfde territorium.