De Dodaars is de kleinste van alle futen in Europa, 23 tot 29 cm lang, en is nogal aan de schuwe kant, verstopt zich vaak in de oevervegetatie of duikt weg onder water. Ze zijn te herkennen aan het poederdons aan de achterkant van de vogel, hier heeft hij zijn naam te danken "dodde-aars".
Vroeger werd de uitgestorven Dodo ook wel Dodaars genoemd, echter ze hebben niets met elkaar gemeen en zijn geen familie.
In vergelijking met andere Europese futen heeft hij een compacter uiterlijk, rondere kop en kortere hals. De snavel is erg klein en recht. Het staartje is heel klein. Mannetje en vrouwtje lijken precies hetzelfde. De snavel is zwart met een lichte punt. In de mondhoek bevindt zich een opvallende vlek, die in de zomer opvallend groengeel van kleur is, 's winters lichter. Roodbruine ogen en groene pootjes In de zomer is het verenkleed donkerbruin met een kastanjebruine oorstreek en voorhals. De kruin is zwart.
De Dodaars kun je in heel Europa tegenkomen. In Nederland is het een schaarse broedvogel, ongeveer 1800 tot 2500 broedparen tussen 1998 en 2000, je vind ze in de zomer overal in Nederland, behalve op de Veluwe, in de winter willen ze nog weleens verhuizen naar het brakke water van de Zeeuwse Delta.
Ze leven alleen of met partner en buiten het broedseizoen in groepjes van een stuk of 30 maximaal. Het mannetje verdedigt zijn territorium agressief tegen zijn soortgenoten.
Ze vangen hun voedsel onder water. Ze leven van diverse soorten waterinsecten en larven.
Ze bouwen een nestje op het water van verse en rottende plantendelen, wat ze vastmaken aan de planten aan de oever, 4-6 eieren, meerdere legsels per jaar, ze broeden samen en bij het wisselen tijdens het broeden, gaan ze aan de onderkant het nestje binnen, bij het verlaten van het nest dekken ze deze netjes toe.
De jongen zijn nestvlieders, om uit te rusten klimmen ze vaak op de rug van de ouders, het nest blijft ook intact als rustplaats.
© 2023 www.liesbethvroegenatuurfotografie.com - Powered by Shoppagina.nl