WEIDEVOGELS

Tot de primaire weidevogels rekent men doorgaans de steltlopers kievit, scholekster, grutto, tureluur, wulp, kemphaan en watersnip. Velen beschouwen dit rijtje als de echte weidevogels; watersnip en kemphaan zijn echter zo zeldzaam dat ze ook in weilanden niet vaak worden aangetroffen. Enkele eendensoorten broeden eveneens overwegend op grasland: zomertaling en kuifeend. Verder voelen enkele kleine zangvogels zich zeer thuis in weilanden: veldleeuwerik, graspieper en gele kwikstaart.

Tot de secundaire weidevogels worden vogels gerekend die vaker in andere landschappen broeden dan in het weiland. Hiertoe behoren onder meer de veelvoorkomende meerkoet en wilde eend, die getalsmatig vaker in grasland te zien zijn dan enkele van de bovengenoemde steltlopers. Dat geldt in mindere mate voor de fazant. Andere secundaire weidevogels zijn eendensoorten als slobeend, krakeend, bergeend en de zeldzame wintertaling, en bontbekplevier, kleine plevier, kluut, visdief, kokmeeuw, waterhoen, patrijs, kwartel, kwartelkoning, paapje en grauwe gors. Ook de zwarte stern is een weidevogel, hoewel die slechts zelden op het land broedt.

Veel van de weidevogels zijn trekvogels, die in de winter zuidelijker wonen.

Bron: Wikipedia

 

Klik op de foto van de vogel en bekijk alle foto's!

Boerenzwaluw

Grutto

Patrijs

 Zwarte Ruiter

Gele Kwikstaart

Hop

Scholekster

Graspieper

Kievit

Tureluur

Grote Gele Kwikstaart

Kleine Plevier

 Wulp

Wij maken gebruik van cookies om onze website te verbeteren, om het verkeer op de website te analyseren, om de website naar behoren te laten werken en voor de koppeling met social media. Door op Ja te klikken, geef je toestemming voor het plaatsen van alle cookies zoals omschreven in onze privacy- en cookieverklaring.