De koolmees, nummer twee bij de tuinvogeltelling, na de huismus de meest voorkomende tuinvogel in Nederland. De bekendste en meest algemene Nederlandse broedvogel.
Het is de grootste mees die we kennen, broedt heel graag in nestkastjes, en vind bijvoeren in de winter bijzonder prettig!
Koolmees bij ons in de tuin op het vogelvoer.
De Koolmees is een zangvogel, uit de familie van echte mezen, aan de onderzijde geel met een zwarte middenstreep (stropdas), een glanzende zwarte kop, met een witte wang, mosgroen aan de bovenkant en witte vleugelstreep en blauwgrijze vleugel.
De "stropdas" is bij de mannen wat breder dan bij de dames.
Koolmezen zijn echte rupsenvangers en worden ook vaak ingezet om de eiken processierups te bestrijden
Ze leggen eerst 8 tot 10 eitjes eer ze gaan broeden, tijdens de broedtijd zorgen de mannetjes voor de vrouwtjes.
Om ervoor te zorgen dat roofdieren niet doorhebben waar zich een nest bevindt, zullen de ouders zowel de ontlasting van de jongen, die in een speciaal zakje zit, als de eierschalen ver van het nest brengen
Om hun nest nest te beschermen tegen indringers kunnen ze blazende geluiden maken, terwijl ze op hun nest blijven zitten.Na de periode van 16 tot 23 dagen in het nest kunnen de jonge vogels het nest verlaten., in het begin worden ze nog geholpen door de ouders om voedsel te vinden.
Op de foto boven een koolmees die zit te broeden, op begraafplaats "de Rusthof" waar een nestkastproject is, kleindochter Senna en ik hebben daar een keertje mee mogen lopen met de controle van de nestkasten.
Koolmezen maken graag gebruik van vetbollen, pindanetjes en voedertafels met een gevarieerde hoeveelheid zaden. Vaak verdedigen ze een vetbol tegen andere mezen. Om echter niet ten prooi te vallen aan roofdieren neemt de koolmees het liefste kleine hapjes en kijkt steeds snel en goed om zich heen. Ook het meenemen van voedsel zoals een pindanootje doet hij veel. Het liefst neemt hij ze dan mee naar een beschutte plek waar hij zich rustig voelt en de tijd neemt om het op te eten. En daarna komen ze vaak weer terug, als het voedsel op is, naar de voerplek.
Buiten het aangeboden voer door menseneten ze ook graag insecten en hun larven (waaronder ook rupsen), zaden, bessen, knoppen en noten.
© 2023 www.liesbethvroegenatuurfotografie.com - Powered by Shoppagina.nl