Vinken zijn er in drie soorten: de Vink, de Appelvink en de Goudvink

De gewone vink wordt ook wel boekvink, bokvink of botvink genoemd, dit is de meest voorkomende vink van de drie.
Vinken leven in bossen, boomrijke tuinen en parken., het zijn echte zaadeters, dit kun je ook zien aan zijn korte kegelvormige snavel.
Het zijn echte zangvogels, aan het einde van hun zang laten vinken vaak de bekende 'vinkenslag' horen.
De vinken zitten vaak bij ons in de tuin op de grond om hun eten bij elkaar te scharrelen, zaad, vruchten en bessen, knoppen, insecten, maar ook broodkruimels. Jongen worden met insecten grootgebracht.

De Appelvink zit vaak hoog in de bomen en is de forse sterke jongen met een dikke stierennek, met zijn dikke snavel kan hij of zij wel 50 kg drukkracht uit oefenen, dus hij kraakt moeiteloos zijn kostje! Je ziet ze niet vaak, ze zitten hoog, maar zijn ook best wel schuw!
Ze leven voornamelijk in loofbossen en gemengde bossen.
Voedsel: harde boomzaden en pitten van steenvruchten., dennenzaden, bessen, beukennoten en soms insecten en rupsen.

 De Goudvink vind ik persoonlijk een schitterend gekleurd zangvogeltje, vooral het mannetje, het vrouwtje is wat minder fel gekleurd!
Ze zitten meestal een beetje verdekt opgesteld in een boom, en hebben een zacht fluitend roepje, een gekleurde, beetje gedrongen vogel met een brede nek, zijn veel minder schuw dan de Appelvink.
De kop van zowel het mannetje als het wijfje zijn zwart gekleurd, net als de staart en de vleugelpennen.
De Goudvink eet uitsluitend plantaardig voedsel, soms brengt hij ook een bezoekje aan de voedertafel in je tuin!

                                                                 Goudvink mannetje 

Appelvink

Vink Vrouwtje

Vink Mannetje